Degrowth versus Groene Groei

Om binnen de draagkracht te komen gebruiken we..

8 maart. Jason Hickel en Barbara Baarsma in de Tweede Kamer. Ik zit met vele andere fans te genieten op een volle tribune. De een bepleit degrowth, de ander groene groei. Beiden hebben ijzersterke argumenten: we belasten de planeet bijna vier keer te veel, dus het moet minder – willen we dat de mens (en de economie) het overleeft. Maar groei is nodig om de economie gaande te houden, schulden betaalbaar te houden en mensen tevreden te stellen. Degrowth en groene groei lijken elkaars tegenovergestelde. Hoe komen we hieruit?

En-en

In mijn ogen is het heel eenvoudig eigenlijk: we hebben beide nodig, tegelijkertijd. Het is niet of-of maar en-en. Alles wat schadelijk is moet afgebouwd worden voor een veilige toekomst: degrowth. En wat wenselijk is, zoals de vervanging van schadelijke activiteiten, dat willen we opbouwen: groene groei. Dat lukt alleen als we de systemen op een gezond spoor zetten. Beide sprekers doen nuttige voorstellen. Ik mix mijn eigen duit in het zakje.

Om grip te krijgen op de omvang van degrowth maakte ik dit overzicht van schadelijke en wenselijke activiteiten:

Afbouwen en Opbouwen

Snelle afbouw is noodzaak

Als we de schadelijke economie afbouwen en tegelijkertijd de wenselijke opbouwen, is de vraag: wat gaat het snelst? Dat bepaalt uiteindelijk of de economie zal krimpen of groeien. Bijna het hele bbp bestaat nu uit schadelijke activiteiten. De afbouw daarvan moet snel, anders keert de wal het schip. Ontketende klimaatverandering, milieuvervuiling en natuurverlies ontwrichten de wereldeconomie, ze leiden tot kapitaalvernietiging (denk aan de miljardenschades van superstormen, droogtes, overstromingen… voorproefjes).

Hoe sneller we verduurzamen, hoe groter de economie straks nog kan zijn, zo blijkt uit scenariostudies van MIT.

Hoeveel afbouw is nodig? Om binnen de veilige grenzen van de planeet te komen moet het energiegebruik in 2050 minstens 40% omlaag, het gebruik van gewassen twee derde en het gebruik van nieuwe grondstoffen drie kwart omlaag (zie plaatje). De nodige krimp is zo fors dat het niet reëel is om te rekenen op netto groei. Degrowth is realistischer.

Om binnen de draagkracht te komen gebruiken we..

Ik verwacht dat de omvang van de economie in een optimaal scenario de lijn van het gewenste impactverloop volgt: bending the curve. Eerst zal die afnemen tot een veilig niveau om dan rond 2050 binnen de grenzen van de planeet te stabiliseren.

Bending the curve

Gezonde economie

Maar nu die systeemverandering. Bbp-groei lijkt goed maar gaat hand in hand met groeiende ongelijkheid en milieu-impact. Willen we dat? En hoe kan dat eigenlijk? Het bbp is een gemankeerde graadmeter van succes, vol blinde vlekken. Het zegt namelijk weinig over de kwaliteit van een samenleving. Kan iedereen meedoen? Is het veilig en gezond? Hebben we een stabiele, schone leefomgeving? Hebben we voldoende natuurlijke hulpbronnen tot onze beschikking, zonder dat we daar mensen in andere landen voor uitbuiten en mee belasten, of generaties na ons tekortdoen? Dat zijn de vragen die er werkelijk toe doen, maar die het bbp niet beantwoordt. In een gezonde economie is het welzijn van mensen op orde en versterken we natuur, klimaat en milieu. Die groei is wél gezond. Laten we dus het bbp vervangen door een compleet dashboard, dat kwaliteit meet in plaats van kwantiteit. Zoals de monitor brede welvaart en de Sustainable Development Goals.

Juiste marktprikkels

Om de economie vervolgens op een gezond spoor te zetten hebben we true pricing en een ander belastingstelsel nodig. Belasting op grondstoffen stimuleert de circulaire economie. En belasting op schadelijke impact stimuleert verduurzaming. We brengen alle onbetaalde schades aan welzijn en planeet in rekening bij de veroorzaker, inclusief impact aan de andere kant van de wereld, bij het maken van alles wat we hier consumeren. ‘De vervuiler betaalt’ versie 2.0. Deze ingreep verbetert de marktwerking, want als je de echte prijs betaalt, wordt verduurzamen een economische prikkel. Precies wat we nodig hebben.